Over de Kartuizers die hier in deze streek hebben geleefd is al veel geschreven.
Zie bijvoorbeeld het onderstaande artikel van 21 juni 2006 uit het Brabants Centrum.
Kartuizers zijn rustpunt in wereld
vol verwarring
Ineens staan ze voor onze neus. Gehuld in pijen die ooit wit waren maar nu zijn verkleurd en versleten struinen twee kartuizers het pad omhoog naar La Grande Chartreuse, hun immense klooster dat diep in de bergen verstopt ligt, net boven Grenoble. En warempel, als ze de kinderen Nederlands horen praten houden ze halt. ,,Brabanders?", klinkt het haast verwachtingsvol. ,,Boxtel? Daar hebben toch ook ooit kartuizers gezeten!"
Meer dan ooit tevoren is er grote belangstelling voor het leven van de kartuizers van La Grande Chartreuse. De navolgers van de heilige Bruno, die omstreeks 1035 in Keulen werd geboren en zich in 1084 als kluizenaar terugtrok in de Alpen, houden er een bijzonder leven op na, dat in het teken staat van gebed, stilte en afzondering. KRO's Kruispunt was al eens te gast bij dom Marcellin Theeuwes, die met programmamaker Leo Fijen zijn eerste tv-interview ooit gaf.
En nu is er het boek 'Een reis in stilte' van Joost Reijnders, die de dom – een oom – bezocht in La Grande Chartreuse en de kans kreeg paters te interviewen die doorgaans zwijgen. Reijnders' reisverslag is vanaf het eerste moment intrigerend omdat het een kijkje biedt op een leven dat in dienst staat van de Heer en dat zich altijd afspeelt achter gesloten poorten en hoge kloostermuren. Altijd? Bijna altijd...
Want in de zomer van 2005, als de zomervakantie er bijna op zit en een bezoek aan La Grande Chartreuse nog als laatste op het verlanglijstje staat, krijgen we de kans om te praten met twee kartuizers. Het is maandag, de dag waarop ze volgens informatiepanelen in het geweldige bezoekerscentrum, wel eens een wandeling buiten de poort maken. We hebben ze in de verte al in groepjes zien wandelen. Opvallend, omdat de monniken zich zelden laten zien. En als ze zich tonen, is het stil. Zwijgzaamheid is een grote deugd hier; borden geven aan dat hier een stiltezone is en dat praten niet gewenst is. ,,Wat leuk dat hier ook eens Nederlanders komen", vertelt een van de kartuizers als we een gesprek aanknopen. De stilte wordt doorbroken...
DOM WILLIBRORD
De prater blijkt ook een Brabander te zijn die al een aantal jaren in de Alpen woont. De ander is een Belg die zich wat op de achtergrond houdt, maar lacht als de kinderen liedjes zingen en steentjes gooien. ,,Wat een toeval dat we jullie moeten treffen", gaat de kartuizer verder. Als we onze afkomst bekend maken en de naam Boxtel noemen, valt de naam van Antoon Pijnenborg. Ook hij was dom van de kartuizers en stierf in februari 1975, geheel plotseling in Italië. Herinneringen aan dom Willibrord, want zo luidde Pijnenborgs kloosternaam, komen in flarden terug.
De twee kartuizers op het wandelpad geven geschiedenisles. Ze vertellen over hun historie die ook sporen heeft nagelaten in de Meierij. Eenmaal terug in Boxtel wijzen tal van bronnen op hun gelijk. Aan de Goorestraat, vlakbij restaurant De Ceulse Kaar, staat een hoeve die vroeger eigendom was van de kartuizers. In 1507 werd de boerderij aangeduid als kartuizerhoeve; in dat jaar werd de hoeve die ooit behoorde tot kasteel Stapelen door een van de bastaardkinderen van de Heren van Boxtel verkocht aan broeder Hubrecht van Loen.
Van Loen was prior van het kartuizerklooster in Vught en bezat ook grote hoeven in Olland en Liempde, waaronder het Groot Duijfhuis. Wie van Liempde naar Olland fietst en het Dommeldal doorkruist, passeert dicht bij Olland een informatiepaneel waarop de Meierijse geschiedenis van de kartuizers in een notendop wordt verteld. Straatnamen herinneren aan de kartuizers, die hun bezittingen in Kasteren en Kleinder Liempde in 1663 verkochten aan ene Hendrik Santegoeds.
De stamboom van Ger van den Oetelaar, wethouder in Boxtel en bewoner van Kasteren, bevat ook een paar kartuizers. Bruno van den Oetelaar (1558-1639) was onder meer prior van het kartuizerklooster in Brussel. Josephus van den Oetelaar (1610-1677) was prior van het klooster Sancta Sophia in Antwerpen dat oorspronkelijk werd gesticht in Vught, maar verkocht werd na de Vrede van Münster in 1648. En de stamboom vermeldt nog meer kartuizers (www.duthmala.nl/genealog.htm).
OP DE FOTO
Terug naar La Grande Chartreuse, waar de paters aanstalten maken om door te lopen. Hun middagwandelingetje is bijna ten einde, de plicht roept, in de verte beieren de klokken van de kloosterkapel en de volgende gebedsdienst dient zich aan. We vragen of we een foto mogen maken. Het mag; de prater wil best op de foto – 'ik ben al zo vaak gefotografeerd, dit kan er ook nog wel bij' – de stille Belg stapt liever opzij. Geen foto's graag...
De ontmoeting met de kartuizers komt vaak terug in de herinnering. Bijvoorbeeld nu Joost Reijnders een boek heeft geschreven over zijn gesprekken met dom Marcellin Theeuwes. Reijnders reisde naar het eeuwenoude klooster en mocht er het monnikenleven meemaken. Hij sprak met de kartuizers over hun geloof, over het kartuizer-zijn, over hun visie op de wereld. ,,Dit is het verhaal van mensen die tot in het diepst van hun ziel gelovig zijn. Maar het is ook een reis van het katholieke leven van toen naar het heden van ontkerkelijking, van zoeken naar zingeving en spiritualiteit", meldt de tekst op de kaft.
Het zijn vooral de beschrijvingen van het dagelijkse leven in La Grande Chartreuse die indruk maken. Over het ijzeren dagritme. 'Het klooster slaapt', schrijft Reijnders als om half acht 's avonds de laatste kaarsjes worden uitgeblazen. Niet gek, want om halftwaalf staan de kartuizers weer op voor een gebed in de eenzaamheid van hun cel. Vanaf kwart over twaalf wordt het bidden voortgezet in de kapel, twee tot drie uur aan een stuk.
Na het bidden van de lauden is er weer even tijd voor nachtrust; om halfzeven 's ochtends gaat de wekker en wordt het 'Angelus' gebeden, daarna de mis in de kapel. De rest van de ochtend wordt ingeruimd voor studie of handwerk. Daarna weer bidden, eten en recreatie: tuinieren en zonnen, als de zon tenminste schijnt... Vanaf vier uur worden de vespers gebeden in de kerk en na het lezen in de bijbel volgt een laatste lichte maaltijd voor de laatste gebeden. De dag zit erop. Alleen op zondag worden onderling nieuwtjes uit de buitenwereld uitgewisseld. Zo kon het gebeuren dat de aanslagen van 11 september 2001 in New York pas op zondag 16 september doordrongen in La Grande Chartreuse.
VERPLICHTE KOST
Het boek 'Een reis in stilte' van Joost Reijnders is verplichte kost voor mensen die graag een blik werpen voorbij de poorten van La Grande Chartreuse die doorgaans gesloten blijven. Het boek sluit aan bij de film 'Die grosse Stille/Into Great Silence' van Philip Gröning, die vorige week donderdag in vijftien zalen in première ging en in bijna drie uur het leven van de kartuizers in beeld brengt.
Maar meer nog is er de herinnering aan de ontmoeting met de twee toegewijde monniken, op het wandelpad in de Alpen, meer dan een jaar geleden. Eenmaal terug bij het modern ingerichte bezoekerscentrum en de museumwinkel nog een paar extraatjes ingeslagen. Een paar boekjes, kaarten en natuurlijk de likeur. Want de strengste katholieke orde ter wereld weet wél wat lekker is...
Joost Reijnders, Een reis in stilte, is verschenen bij Ten Have in Kampen (ISBN 90 259 5707 2). Het boek is verkrijgbaar in de boekhandel. De foto's bij het artikel zijn gemaakt door Marc Cleutjens in de zomer van 2005. Meer informatie over de kartuizers is te vinden op internet: www.chartreux.org.